Grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen

Op 8 maart is het Internationale Vrouwendag. Deze feestdag staat in het teken van emancipatie en solidariteit. Nog steeds worden meisjes en vrouwen overal ter wereld achtergesteld. Uit de Gender Equity Index 2012 van Social Watch blijkt dat meisjes en vrouwen het slechtst af zijn in de Democratische Republiek Congo, Niger, Tjaad, Yemen en Afghanistan. 

In deze landen is de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op het gebied van onderwijs, werk en politieke participatie, het grootst. Social Watch stelt dat armoede geen goede verklaring is voor ongelijkheid; er zijn ook arme landen, Mongoli en Rwanda bijvoorbeeld, waar mannen en vrouwen ongeveer evenveel mogelijkheden hebben. In relatief rijke landen als Japan en Turkije is de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen daarentegen juist groot. 

Opvallend genoeg scoorde geen van de 154 onderzochte landen het niveau acceptabel op de Gender Equity Index. Vrijwel overal ter wereld bestaat er ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Nederland valt met 74 van de 100 punten in de categorie laag , maar scoort hoger dan het Europese gemiddeld van 73. Duitsland, Noorwegen, Finland, IJsland, Zweden, Denemarken, Spanje, Nieuw Zeeland en Mongoli scoren hoger dan Nederland. 

Om het niveau acceptabel te bereiken zijn 90 of meer punten nodig; geen enkel onderzocht land behaalde zoveel punten. Er is dus nog genoeg werk aan de winkel om te zorgen dat evenveel meisjes als jongens naar school kunnen, dat vrouwen evenveel kunnen verdienen als mannen en er meer vrouwen topposities innemen in politiek, wetenschap en bedrijfsleven. 

Op 8 maart staan in Nederland tal van organisaties stil bij de rechten en positie van vrouwen wereldwijd. Op de website van WomenInc staat een overzicht van alle activiteiten. Het Worldconnectors Statement Gender en Diversiteit: rechtvaardigheid en oplossingen voor iedereen biedt achtergrondinformatie over genderongelijkheid.